De lynx valt zoals vele roofdieren onder de categorie van katachtige, hij wordt herkent aan zijn hoge poten maar relatief korte romp. De oren van de lynx zijn ook erg kenmerkend door de pluimpjes die hier vaak opzitten. Verder gaat zijn vacht een transformatie door wanneer de seizoenen wisselen want in de winter is de vacht bleek en dik en in de zomer is hij geelbruin. Verder heeft hij ook een aantal vlekken op zijn vacht die voornamelijk zichtbaar zijn op de boten van het dier.
De lynx leeft voornamelijk in Europa waarbij je moet denken aan berg gebieden die erg bebost zijn. In sommige delen van Europa was de lynx een tijdje uitgeroeid omdat ze een bedreiging zouden zijn voor de mensen in het leefgebied en ook het vee wat hier rondliep. Tegenwoordig komt dit roofdier weer terug op vele plekken in Europa en is er zelfs eentje gespot in Hongarije na 100 jaar van afwezigheid. Waar de lynxen voornamelijk voorkomen in Europa is in Scandinavië waarbij Zweden een grote uitschieter is met zo'n 1500 lynxen.
De lynx is een dier dat graag op zichzelf leeft, iedere lynx bakent daarom een territorium af waarbij soms het territorium van een vrouwtje en een mannetje overlappen. Een territorium kan van 100 km2 tot maar liefst 1000 km2 zijn. Deze dieren zijn ook nachtdieren en slapen voornamelijk overdag waarna ze in de nacht op jacht gaan. Het slapen gebeurt vaak in grotten maar ook in hogere grasgewassen. Wanneer het tijd is om te paren zullen de vrouwtjes een draagtijd hebben van ongeveer 70 dagen waarbij meestal 1 tot 4 jongen geboren worden. De diertjes zijn blind bij de geboorte maar dit verdwijnt na 10 dagen, de verdere opvoeding duurt redelijk lang want een lynx blijft minimaal 8 maanden bij zijn moeder want hij heeft dan nog geen krachtige klauwen en tanden waardoor jagen moeilijk wordt. Het voedsel wat zij eten is dan voornamelijk ook kleinere diertjes of het voedsel wat de moeder voor hen gevangen heeft.