Panter

Geplaatst op: 11-11-2013

De panter, ook wel luipaard genoemd, is een grote jager in de katachtigen familie. De panter komt veel voor in een groot deel van Azië en Afrika. Je herkent de panter aan zijn vacht, die bedekt is met veel zwarte vlekken op een zand gele of lichtbruine ondergrond.  Deze ondergrond kan echter sterk variëren, van bijna helemaal wit tot geheel zwart. De vlekken op zijn vacht zorgen voor camouflage, die hij tijdens de jacht nodig heeft. Panters kunnen wel twee meter lang worden en de staart is ook nog eens 60 tot 110 centimeter lang. Ze wegen daarnaast ook nog eens maximaal 90 kilo wat ze tot echte roofdieren maakt.

De jacht

De panter jaagt altijd alleen. Hij achtervolgd zijn prooien niet, maar loert op ze vanuit een hoge boom of verborgen in het hoge gras, waar hij goed gecamoufleerd zit door zijn vlekken. Als hij zijn slachtoffer ziet, sluipt hij met zijn buik over de grond of de prooi af. Als hij de aanval inzet kan hij snelheden bereiken van wel 60 kilometer per uur! Als hij zijn prooi heeft gevangen, brengt hij deze in veiligheid. Dit doet hij zodat zijn prooi niet af wordt gepakt door jakhalzen of hyena's. Hij sleept zijn prooi dan in een hoge boom en buiten het bereik van andere jagers. De panter moet het kadaver nu alleen nog beschermen tegen gieren die deze misschien uit de boom zullen stelen.

Favoriete prooien

De panter valt alleen dieren aan die net zo groot of kleiner zijn dan hijzelf. Dit zorgt ervoor dat hij niet de concurrentie aan hoeft te gaan met grotere roofdieren zoals leeuwen en tijgers. De favoriete prooien zijn zwijnen, kalveren van runden, wilde zwijnen, schapen, bokken en zelfs apen.